top of page

Ellen g White 3 Engels Frans en notities

Ik vroeg de betekenis van het schudden dat ik had gezien, en er werd mij getoond dat het zou worden veroorzaakt door het oprechte getuigenis dat door de raad van de Ware Getuige aan de Laodiceërs werd opgeroepen. Dit zal zijn uitwerking hebben op het hart van de ontvanger en zal hem ertoe brengen de standaard te verheffen en de zuivere waarheid uit te storten. Sommigen zullen dit oprechte getuigenis niet geven. Ze zullen ertegen in opstand komen, en dit zal een schok veroorzaken onder Gods volk. CET 176,1

 

Wereldwijde verspreiding van dezelfde leringen die tot de Franse Revolutie hebben geleid, heeft de neiging om de hele wereld te betrekken in een strijd die vergelijkbaar is met die welke Frankrijk deed stuipen. Onderwijs, 228 Gerechtigheid Bijbel Ga 2 4 En dat vanwege valse broeders die zijn binnengekomen, die in het geheim binnenkwamen om onze vrijheid, die wij in Christus Jezus hebben, te bespioneren, opdat zij ons in slavernij zouden brengen: 5 Aan wie wij plaats hebben gegeven door onderwerping , nee, niet voor een uur; opdat de waarheid van het evangelie bij u zou blijven. 16 Wetende dat een mens niet gerechtvaardigd wordt door de werken van de wet, maar door het geloof van Jezus Christus, hebben ook wij in Jezus Christus geloofd, opdat wij gerechtvaardigd zouden worden door het geloof van Christus, en niet door de werken van de wet : want door de werken der wet zal geen vlees gerechtvaardigd worden. 19

 

Want ik ben door de wet dood voor de wet, om voor God te leven. 20 Ik ben met Christus gekruisigd; niettemin leef ik; toch leeft niet ik, maar Christus in mij: en het leven dat ik nu in het vlees leef, leef ik door het geloof van de Zoon van God, die mij heeft liefgehad en zichzelf voor mij heeft gegeven. 21 Ik verijdel de genade van God niet: want als gerechtigheid door de wet komt, dan is Christus tevergeefs dood.' Ga 2 1-14  3 O dwaze Galaten, wie heeft u betoverd, dat u de waarheid niet zou gehoorzamen, voor wiens ogen Jezus Christus klaarblijkelijk is uiteengezet, gekruisigd onder u? 2 Dit alleen wil ik van u leren: hebt u de Geest ontvangen door de werken van de wet of door het horen van het geloof? 3 Bent u zo dwaas? bent begonnen in de Geest, bent u nu volmaakt gemaakt door het vlees? 4

 

Hebt u tevergeefs zoveel geleden? als het nog tevergeefs is. 5 Hij dan, die u de Geest bedient en wonderen onder u verricht, doet dat dan door de werken van de wet of door het horen van het geloof? 6 Evenals Abraham God geloofde, en het werd hem tot gerechtigheid gerekend. 7 Weet dan dat zij die uit het geloof zijn, de kinderen van Abraham zijn. 8 En de Schrift, die voorzag dat God de heidenen zou rechtvaardigen door geloof, predikte vóór het evangelie tot Abraham, zeggende: In u zullen alle volken gezegend worden. 9 Zo dan worden zij die gelovig zijn gezegend met de getrouwe Abraham. 10 Want zovelen als er uit de werken der wet zijn, zijn onder de vloek; want er staat geschreven:

 

Vervloekt is een ieder die niet blijft in alle dingen die in het boek van de wet geschreven zijn om ze te doen. 11 Maar dat niemand door de wet gerechtvaardigd wordt in de ogen van God, is duidelijk: want de rechtvaardige zal door het geloof leven. 12 En de wet is niet uit geloof; maar de man die ze doet, zal erin leven. 13 Christus heeft ons verlost van de vloek van de wet, omdat Hij voor ons tot een vloek is gemaakt; want er staat geschreven: Vervloekt is een ieder die aan een hout hangt: 14 opdat de zegen van Abraham door Jezus Christus over de heidenen zou komen; opdat wij door het geloof de belofte van de Geest zouden ontvangen.

 

15 Broeders, ik spreek op de manier van mensen; Ofschoon het maar een mensenverbond is, kan niemand het ontbinden of eraan toevoegen als het wordt bevestigd. 16 Aan Abraham en zijn zaad nu werden de beloften gedaan. Hij zegt niet: En tot zaden, zoals van velen; maar als uit één, en voor uw zaad, dat is Christus. 17 En dit zeg ik, dat het verbond, dat eerder door God in Christus werd bevestigd, de wet, die vierhonderddertig jaar later was, niet kan ontbinden, dat het de belofte krachteloos zou maken. 18 Want indien het erfdeel van de wet is, is het niet meer van belofte; maar God gaf het aan Abraham door belofte.

 

19 Waarom dient dan de wet? Het werd toegevoegd wegens overtredingen, totdat het zaad zou komen aan wie de belofte was gedaan; en het werd verordend door engelen in de hand van een middelaar. 20 Nu is een middelaar geen middelaar van één, maar God is één. 21 Is de wet dan tegen de beloften van God? God verhoede: want als er een wet was gegeven die leven had kunnen geven, dan zou waarlijk gerechtigheid door de wet zijn geweest. 22 Maar de Schrift heeft alles besloten onder de zonde, opdat de belofte door het geloof van Jezus Christus zou worden gegeven aan hen die geloven. 23 Maar voordat het geloof kwam, werden wij onder de wet gehouden, opgesloten voor het geloof dat daarna zou worden geopenbaard. 24 Daarom was de wet onze leermeester om ons tot Christus te brengen, opdat wij door het geloof gerechtvaardigd zouden worden. 25 Maar als dat geloof is gekomen, staan we niet langer onder een schoolmeester.

 

26 Want u bent allen kinderen van God door het geloof in Christus Jezus. 27 Want zovelen van u als in Christus gedoopt zijn, hebben Christus aangedaan. 28 Er is geen Jood of Griek, er is geen band of vrije, er is geen man of vrouw: want u bent allen één in Christus Jezus. 29 En indien u van Christus bent, dan bent u Abrahams zaad en erfgenamen volgens de belofte. Ga  4  28 Nu, broeders, zijn wij, zoals Isaac was, de kinderen van de belofte. 29 Maar zoals toen hij die naar het vlees geboren was, hem vervolgde die naar de Geest geboren was, zo is het nu. 30 Niettemin, wat zegt de Schrift?

 

Werp de slavin en haar zoon uit; want de zoon van de slavin zal geen erfgenaam zijn met de zoon van de vrije. 31 Dus, broeders, wij zijn geen kinderen van de slavin, maar van de vrije.' Ga 5  5 Sta daarom vast in de vrijheid waarmee Christus ons heeft vrijgemaakt, en raak niet opnieuw verstrikt met het juk van slavernij. 2 Zie, ik, Paulus, zeg u dat indien u zich laat besnijden, Christus u niets zal baten. 3 Want ik betuig nogmaals aan een ieder die besneden is, dat hij een schuldenaar is om de gehele wet te doen. 4 Christus is voor u onwerkzaam geworden, al wie van u door de wet wordt gerechtvaardigd; u bent uit de genade gevallen.

 

5 Want wij wachten door de Geest op de hoop van gerechtigheid door geloof. 6 Want in Jezus Christus baat geen besnijdenis, noch onbesnedenheid; maar geloof dat door liefde werkt. 7 Gij hebt goed gelopen; wie heeft u verhinderd dat u de waarheid niet zou gehoorzamen? 8 Deze overtuiging komt niet van hem die u roept. 9 Een weinig zuurdesem zuurde de hele klomp. 10 Ik heb vertrouwen in u door de Heer, dat u niet anders zult denken; maar wie u lastigvalt, zal zijn oordeel dragen, wie hij ook is. 1

 

1 En ik, broeders, als ik nog de besnijdenis predik, waarom lijd ik dan nog vervolging? dan is de overtreding van het kruis opgehouden. 12 Ik zou willen dat ze zelfs werden afgesneden die u lastig vallen. 13 Want, broeders, u bent tot vrijheid geroepen; gebruik de vrijheid alleen niet voor een gelegenheid tot het vlees, maar dien elkaar door liefde. 14 Want de gehele wet is in één woord vervuld, ook hierin; Gij zult uw naaste liefhebben als uzelf. 15 Maar als u elkaar bijt en verslindt, pas dan op dat u niet door elkaar wordt verteerd. 16 Dit zeg ik dan: wandel in de Geest, en u zult de begeerte van het vlees niet vervullen.

 

17 Want het vlees begeert tegen de Geest, en de Geest tegen het vlees; en deze zijn tegengesteld aan de ander: zodat u niet kunt doen wat u zou willen. 18 Maar indien u door de Geest geleid wordt, bent u niet onder de wet. 19 Nu zijn de werken van het vlees openbaar, en dat zijn deze; Overspel, ontucht, onreinheid, wellust, 20 Afgoderij, hekserij, haat, onenigheid, wedijver, toorn, twist, opruiing, ketterijen, 21 Afgunst, moorden, dronkenschap, uitspattingen en dergelijke: waarvan ik u eerder vertel, zoals ik hebben u in het verleden ook gezegd, dat zij die zulke dingen doen, het koninkrijk van God niet zullen beërven. 22 Maar de vrucht van de Geest is liefde, blijdschap, vrede, lankmoedigheid, zachtmoedigheid, goedheid, geloof, 23 Zachtmoedigheid, matigheid: tegen zulke is er geen wet. 24 En die van Christus zijn, hebben het vlees gekruisigd met de genegenheden en lusten. 25 Als we in de Geest leven, laten we dan ook in de Geest wandelen. 26 Laten we niet begeren naar ijdele heerlijkheid, elkaar uitdagen, elkaar benijden. Bijbelverzen

 

25Maar aangezien hij niet hoefde te betalen, beval zijn heer hem te verkopen, en zijn vrouw en kinderen, en alles wat hij had, en betaling te doen mais se confient entièrement en Jésus qui est toute justice et plein de compass oublié que Jésus était dans la bark. Combien de personnes, pendant les épreuves de la vie, ou au milieu des perplexités et des hazards, luttent seules contre le torrent de l'adversité, oubliant qu'il en est Un qui peut les aider._cc781905-5cde-3194-bb3b- 136bad5cf58d_ Quoiqu'il réprouve avec chagrin leur incrédulité et leur vaine confiance en leurs propres forces, il ne manque jamais d'entendre leurs cris et de leur accorder le secours don elles on besoin. VJC 251. Het is niet zo dat de jamais ceux qui mettent en lui leur confiance.VJC 251.2 C'étaient ces chooses qui faisaient du Sauveur un homme de douleurs, sachant ce que c'est que la langueur.

 

Le sentiment que sa bonté, ses compassie étaienti inappréciées, son amour et sa miséricorde méprisés, son salut rejeté, remplissait son âme goddelijke d'une onverklaarbare douleur. Si ses disciples ingrats avaient pu distincter comment Dieu considerait leur conduite envers son cher Fils Osea 13 9 Ce qui cause ta ruine, Israël, C'est que tu as été contre moi, contre celui qui pouvait to secourir. Osée 11:3-4 Segond 21 (SG21) 3 C'est moi qui ai guidé les pas d'Ephraïm,qui l'ai pris par les bras, mais ils n'ont pas que je les guérissais.4 Je les ai banden avec des liens d'humanité, avec des cordages d'amour. 5 Je réparerai leur infidélité, j'aurai pour eux un amour sincère, car ma colère s'est détournée d'eux.

 

Joel 2 12 Daarom ook nu, zegt de Heer, keert u tot Mij met heel uw hart en met vasten en met geween en met rouw. 13 En scheur uw hart, en niet uw klederen, en keer u tot de Heer uw God: want hij is genadig en barmhartig, traag tot toorn, en van grote vriendelijkheid, en berouwt hem van het kwaad. 14 Wie weet of hij zal terugkeren en zich bekeren, en een zegen achter zich laten; zelfs een spijsoffer en een drankoffer voor de Here, uw God? Nahum 1:7 King James Version (NBG) 7 De Heer is goed, een sterke houvast op de dag van benauwdheid; en hij kent hen die op hem vertrouwen

 

Ze 3 17  17 De Here, uw God, is machtig in uw midden; hij zal redden, hij zal zich met vreugde over u verheugen; hij zal rusten in zijn liefde, hij zal zich over u verheugen door te zingen. Mt 6 25 Daarom zeg ik u: Denk niet aan uw leven, aan wat u zult eten of wat u zult drinken; noch voor uw lichaam, wat u zult aantrekken. Is het leven niet meer dan vlees, en het lichaam niet meer dan kleding? 26 Zie, de vogels des hemels: want zij zaaien niet, maaien niet en verzamelen niet in schuren; toch voedt uw hemelse Vader hen. Bent u niet veel beter dan zij? 27 Wie van jullie kan door na te denken één el aan zijn lengte toevoegen?

 

28 En waarom neemt u het denken als kleding? Denk aan de lelies des velds, hoe ze groeien; zij zwoegen niet, noch spinnen zij. 29 En toch zeg Ik u, dat zelfs Salomo in al zijn heerlijkheid niet getooid was als een van deze. 30 Welnu, als God het gras van het veld, dat vandaag en morgen in de oven wordt geworpen, zo kleedt, zal Hij u dan niet veel meer kleden, o kleingelovigen? 31 Denk daarom niet na en zeg: Wat zullen we eten? of: Wat zullen we drinken? of: Waarmee zullen wij gekleed gaan? 32 (Want na al deze dingen zoeken de heidenen:) voor uw hemelse

 

Vader weet dat u al deze dingen nodig hebt. 33 Maar zoekt eerst het koninkrijk van God en zijn gerechtigheid; en al deze dingen zullen u erbij gegeven worden. 34 Denk daarom niet aan morgen, want morgen zal aan de dingen van zichzelf denken. Tot op de dag is haar kwaad genoeg. mt 7. 11 Indien gij dan, slecht zijnde, goede gaven aan uw kinderen weet te geven, hoeveel te meer zal uw Vader, die in de hemel is, goede dingen geven aan hen die Hem daarom vragen? Oh! merveilleux amour de Christ, s'abaissant à guérir le coupable et l'affligé! La Divinité qui s'afflige sur l'humanité souffrante en qui en adoucit les maux! Oh !merveilleuse puissance déployée ainsi en faveur des enfants des hommes!

 

Wilt u het bericht van de groeten? Wat is uw mening over de miséricorde d'un Sauveur aussi compatissant? VJC 195.1 Le chrétien ne peut s'élever que par l'humilité. Le cœur orgueilleux s'efforce en vain de gagner le salut par les bonnes œuvres; auto quoique personne ne puisse être sauvé sans bonnes œuvres, celles-ci seules ne suffiront pas à meriter la vie éternelle.Après que l'homme a fait le bien qu'il est possible de faire, Christ doit justice lui imputer sa propre. VJC 207.3 Jer 2:13 Want mijn volk heeft twee kwaden begaan; zij hebben mij de fontein van levend water verlaten, en hebben ze bakken uitgehouwen, gebroken bakken, die geen water kunnen bevatten. Hij 4 13Noch is er een schepsel dat niet zichtbaar is in zijn ogen, maar alle dingen zijn naakt en geopend voor de ogen van hem met wie wij te maken hebben. Er kan geen groei of vruchtbaarheid zijn in het leven dat op het zelf gericht is. Als je Christus als persoonlijke Verlosser hebt aangenomen, moet je jezelf vergeten en anderen proberen te helpen.... 

 

Venid luego, dirá Jehová, y estem a cuenta: si vuestros pecados fueren como la grana, como la nieve serán emblanquecidos: si fueren rojos como el carmesí, vendrán a ser como blanca lana" (Jes. 7:10-18). rust met ons voor u die verontrust bent, wanneer de Heer Jezus vanuit de hemel zal worden geopenbaard met zijn machtige engelen, 8in vlammend vuur wraak nemend op hen die God niet kennen en die het evangelie van onze Heer Jezus Christus niet gehoorzamen: 9Wie zal zijn gestraft met eeuwig verderf van de tegenwoordigheid van de Heer en van de heerlijkheid van zijn macht; 10wanneer hij zal komen om verheerlijkt te worden in zijn heiligen en bewonderd te worden in allen die geloven (omdat ons getuigenis onder u werd geloofd) in die dag 19R

 

bekeert u daarom en bekeert u, opdat uw zonden uitgewist mogen worden, wanneer de tijden van verkwikking zullen komen van het aangezicht des Heren; 20En hij zal Jezus Christus zenden, die eerder tot u werd gepredikt: 21die de hemel moet ontvangen tot de tijden van herstel van alle dingen, die God heeft gesproken bij monde van al zijn heilige profeten sinds het begin van de wereld. Ex 4 23 En ik zeg u: Laat mijn zoon gaan, opdat hij mij kan dienen; en als u weigert hem te laten gaan, zie, ik zal uw zoon doden, ja, uw eerstgeborene. Mt 18 23Daarom wordt het koninkrijk der hemelen vergeleken met een zekere koning, die rekening zou houden met zijn dienaren. 24En toen hij begon te rekenen, werd er één bij hem gebracht, die hem tienduizend talenten schuldig was.

 

25Maar voor zover hij niet hoefde te betalen, gebood zijn heer hem te verkopen, en zijn vrouw en kinderen, en alles wat hij had, en betaling te doen. Mt 18. 35 Zo zal ook mijn hemelse Vader u doen, indien gij van harte niet een ieder zijn broeder hun overtredingen vergeeft. ? Ik voelde me getroost te weten dat er Eén is die rechtvaardig oordeelt, en dat elk offer, elke zelfverloochening en elke pijn die voor Hem wordt doorstaan, getrouw wordt opgetekend in de hemel en zijn beloning zal brengen. De dag des Heren zal dingen aan het licht brengen en aan het licht brengen die nog niet zijn geopenbaard. 1T 97.3 "God zift Zijn volk. Hij zal een reine en heilige kerk hebben. We kunnen het hart van de mens niet lezen.

 

Maar de Heer heeft in middelen voorzien om de kerk rein te houden. Er is een verdorven volk opgestaan dat niet bij het volk van God kon leven. Ze verachtten terechtwijzing en wilden niet gecorrigeerd worden. Ze hadden de kans om te weten dat hun oorlog een onrechtvaardige oorlogvoering was. Ze hadden tijd om zich van hun fouten te bekeren; maar zelf was te dierbaar om te sterven. Ze voedden het, en het werd sterk, en ze scheidden zich af van het vertrouwende volk van God, dat Hij voor Zichzelf reinigt. We hebben allemaal reden om God te danken dat er een weg is geopend om de kerk te redden; want de toorn van God moet over ons zijn gekomen als deze verdorven huichelaars bij ons waren gebleven. 1T 99.3 Ik zag dat elk gebed dat in geloof wordt opgezonden vanuit een oprecht hart, door God zal worden verhoord en verhoord, en degene die het verzoek heeft gedaan, zal de zegen hebben wanneer hij die het meest nodig heeft, en het zal vaak zijn verwachtingen overtreffen .

 

Geen gebed van een ware heilige gaat verloren als het vanuit een eerlijk hart in geloof wordt opgezonden. 1T 121.3 Ex 14 1 14De HEERE zal voor u strijden, en gij zult zwijgen. Ex 23 22 22Maar indien gij inderdaad naar zijn stem luistert en alles doet wat ik zeg; dan zal ik een vijand zijn van uw vijanden en een tegenstander van uw tegenstanders.PP 289.3 God heeft in Zijn voorzienigheid de Hebreeën naar de bergen voor de zee gebracht, opdat Hij Zijn kracht zou openbaren in hun verlossing en de trots van hun onderdrukkers. Hij had ze op een andere manier kunnen redden, maar

 

Hij koos deze methode om hun geloof te testen en hun vertrouwen in Hem te versterken.  we moeten beseffen dat de Heilige Geest, die evenzeer een persoon is als God een persoon is, door deze gronden, ongezien door menselijke ogen; dat de Here God onze Hoeder en Helper is. Hij hoort elk woord dat we uiten en kent elke gedachte van de geest.” — (Ellen G. White, Preken en toespraken, deel 2, blz. 136, 137, 1899)

 

De teleurstellingen, het verdriet en de tragedies van dit leven worden verteld, opdat Christus gezocht mag worden als de grote Trooster en Verlosser. Taal kan de waarde van de onsterfelijke erfenis niet uitdrukken. De heerlijkheid, rijkdom en eer die de Zoon van God biedt, zijn van zo'n oneindige waarde dat het buiten de macht van mensen of zelfs engelen ligt om enig idee te geven van hun waarde, hun voortreffelijkheid, hun grootsheid. Als mensen, ondergedompeld in zonde en vernedering, deze hemelse voordelen weigeren, een leven van gehoorzaamheid weigeren, de genadige uitnodigingen van barmhartigheid vertrappen en de armzalige dingen van de aarde kiezen omdat ze worden gezien, en het is geschikt voor hun huidige genot om na te streven een weg van zonde, Jezus zal de figuur in de gelijkenis uitvoeren; zo iemand zal Zijn heerlijkheid niet smaken, maar de uitnodiging zal worden uitgebreid tot een andere klasse. 2T 40.2

Er is Eén tot wie je voor raad kunt gaan, wiens wijsheid oneindig is. Hij heeft je uitgenodigd om tot Hem te komen, want Hij zal in je behoeften voorzien. Als u door geloof al uw zorg op Hem werpt, die het vallen van een mus markeert, zult u niet tevergeefs vertrouwen. Als u op Zijn zekere beloften zult rusten en uw integriteit handhaaft, zullen engelen van God rondom u zijn. Handhaaf goede werken in geloof voor God; dan zullen uw stappen door de Heer worden bevolen, en zijn voorspoedige hand zal niet van u worden verwijderd. 2T 71.2 Ze moeten ofwel worden bekeerd, ofwel zich bezighouden met die roeping die past bij hun wereldliefdevolle neigingen, en die zulke eeuwige gevolgen niet met zich meebrengt. God zal nooit een partnerschap aangaan met wereldlingen. Christus geeft iedereen zijn keuze:

 

Wil je Mij of de wereld hebben? Zul je smaad en schaamte ondergaan, eigenaardig zijn en ijverig voor goede werken, zelfs als je gehaat wordt door de wereld, en Mijn naam aannemen, of kies je de achting, de eer, het applaus en de voordelen die de wereld te geven heeft, en heb je geen deel aan Mij? "Gij kunt God en Mammon niet dienen." 2T 149.2 Het zijn kleine dingen die het karakter testen. Het zijn de pretentieloze daden van dagelijkse zelfverloochening, met opgewektheid en zachtmoedigheid, waar God om lacht. We zouden niet voor onszelf moeten leven, maar voor anderen. We zouden een zegen moeten zijn door onze vergeetachtigheid van onszelf en onze attentheid van anderen.

 

We moeten liefde, verdraagzaamheid en standvastigheid koesteren. 2T 647.1 Hij moet laten zien dat de waarheid macht uitoefent over zijn perverse natuur, dat het hem geduldig, vriendelijk, verdraagzaam, teder, aanhankelijk en vergevingsgezind maakt. De beste manier voor broeder M om een levende zendeling in zijn gezin te zijn, is als hij in zijn leven het leven van onze dierbare Verlosser illustreert. 2T 677.2  Er is geld uitgegeven om mannen naar Jeruzalem te sturen om de plaats te zien waar Jezus reisde en onderwees, wanneer we de dierbare Verlosser bij ons hebben, Zijn aanwezigheid bij ons, en we misschien een Jeruzalem hebben in onze eigen huizen en in de kerken.

 

We kunnen Zijn verse voetstappen onderscheiden, we kunnen Zijn woorden eten en eeuwig leven hebben. We hebben meer studie nodig, meer serieuze meditatie en gemeenschap met Christus. We moeten luisteren naar de stille zachte stem en rusten door geloof in de liefde van Christus. We zouden een veel gezondere ervaring moeten hebben en veel krachtiger christenen moeten worden."Testimonies to Ministers, 345-346. Gerechtigheid door geloof De huidige boodschap - rechtvaardiging door geloof - is een boodschap van God; het draagt de goddelijke geloofsbrieven, voor zijn vrucht is tot heiligheid." - The Review and Herald, 3 september 1889. COR 73.5 De gedachte dat de gerechtigheid van Christus ons wordt toegerekend, niet vanwege enige verdienste van onze kant, maar als een gratis geschenk van God, leek een kostbare gedachte." - De Review and Herald, 3 september 1889 COR 73.6

 

De zoetste melodieën die van menselijke lippen komen, - rechtvaardiging door geloof en de gerechtigheid van Christus." - . COR 73.7 Rechtvaardiging door geloof is Gods manier om zondaars te redden; Zijn manier om zondaars te overtuigen van hun schuld, hun veroordeling en hun volkomen ongedaan gemaakte en verloren toestand. Het is ook Gods manier om hun schuld kwijt te schelden, hen te verlossen van de veroordeling van Zijn goddelijke wet, en hen een nieuwe en juiste positie voor Hem en Zijn heilige wet te geven. Rechtvaardiging door geloof is Gods manier om zwakke, zondige, verslagen mannen en vrouwen tot sterke, rechtvaardige, zegevierende christenen

 

Deze wonderbaarlijke transformatie kan alleen worden bewerkstelligd door de genade en kracht van God, en het wordt alleen tot stand gebracht voor degenen die Christus aangrijpen als hun plaatsvervanger, hun borg, hun Verlosser. Daarom wordt er gezegd dat zij "het geloof van Jezus behouden". Dit onthult het geheim van hun rijke, diepe ervaring. Zij grepen het geloof van Jezus, - dat geloof waarmee Hij over de machten der duisternis triomfeerde. COR 66.3 Als u deze ervaring niet aangaat, mist u de echte, vitale, verlossende deugd van de derde engelboodschap. Tenzij deze ervaring wordt opgedaan, zal de gelovige alleen de theorie, de doctrines, de vormen en activiteiten van de boodschap hebben. Dat zal een fatale en vreselijke fout blijken te zijn. De theorie, de doctrines, zelfs de meest ernstige activiteiten van de boodschap, kunnen niet van zonde redden, noch het hart voorbereiden om God in het oordeel te ontmoeten. COR 68.4

 

"De som en de essentie van de hele zaak van christelijke genade en ervaring ligt besloten in het geloven in Christus, in het kennen van God en Zijn Zoon die Hij heeft gezonden." "Religie betekent het verblijf van Christus in het hart, en waar Hij is, gaat de ziel voort in geestelijke activiteit, steeds groeiend in genade, altijd doorgaand tot volmaaktheid." -0 The Review and Herald, 24 mei 1892. COR 74.3

 

"Velen presenteren de leerstellingen en theorieën van ons geloof, maar hun presentatie is als zout zonder smaak; want de Heilige Geest werkt niet door hun ongelovige bediening. Ze hebben het hart niet geopend om de genade van Christus te ontvangen; ze kennen de werking niet van de Geest; zij zijn als meel zonder zuurdesem; want er is geen werkend principe in al hun arbeid, en zij slagen er niet in zielen voor Christus te winnen. Zij eigenen zich de gerechtigheid van Christus niet toe; het is een door hen ongedragen kleed, een volheid onbekend, een fontein onaangeroerd." - The Review and Herald, 29 november 1892. COR 77.3 Onze leerstellingen kunnen correct zijn; we kunnen valse leer haten en misschien degenen die niet trouw zijn aan principes niet ontvangen; we mogen met onvermoeibare energie werken; maar zelfs dit is niet voldoende... Een geloof in de theorie van de waarheid is niet genoeg. Als u deze theorie aan ongelovigen presenteert, bent u geen getuige van Christus." - The Review and Herald, 3 februari 1891. COR 78.4

 

"Het probleem met ons werk is dat we tevreden zijn geweest met het presenteren van een koude theorie van de waarheid." - The Review and Herald, 28 mei 1889. COR 79.1 "Hoeveel meer kracht zou de prediking van het woord vandaag de dag vergezellen, als mensen minder zouden stilstaan bij de theorieën en argumenten van mensen, en veel meer bij de lessen van Christus, en bij praktische godsvrucht." - The Review and Herald, 7 januari 1890. COR 79 Het grootste bedrog van de menselijke geest in de dagen van Christus was, dat louter instemming met de waarheid gerechtigheid inhoudt. In alle menselijke ervaring is bewezen dat theoretische kennis van de waarheid onvoldoende is om de ziel te redden. Het brengt niet de vruchten van gerechtigheid voort.

 

Een jaloerse achting voor wat theologische waarheid wordt genoemd, gaat vaak gepaard met een haat tegen de echte waarheid zoals die in het leven tot uiting komt. De donkerste hoofdstukken van de geschiedenis zijn belast met het verslag van misdaden begaan door onverdraagzame religieaanhangers. De Farizeeën beweerden kinderen van Abraham te zijn en pochten op hun bezit van de orakels van God; toch behoedden deze voordelen hen niet voor egoïsme, kwaadaardigheid, winstbejag en de laagste hypocrisie. Ze beschouwden zichzelf als de grootste religieaanhangers van de wereld, maar hun zogenaamde orthodoxie bracht hen ertoe de Heer der heerlijkheid te kruisigen. COR 79.5 "Hetzelfde gevaar bestaat nog steeds. Velen nemen aan dat ze christenen zijn, simpelweg omdat ze bepaalde theologische leerstellingen onderschrijven. Maar ze hebben de waarheid niet in het praktische leven gebracht.

 

Ze hebben het niet geloofd en liefgehad, daarom hebben ze niet de kracht en genade ontvangen die komen door de heiliging van de waarheid. Mannen kunnen belijden in de waarheid te geloven; maar als het hen niet oprecht, vriendelijk, geduldig, verdraagzaam, hemels gezind maakt, is het een vloek voor de bezitters ervan, en door hun invloed is het een vloek voor de wereld." - The Desire of Ages, 309, 310. COR 80.1 "In het leven van velen van degenen wiens namen in de kerkboeken staan, is er geen echte verandering opgetreden. De waarheid is in de voorhof gehouden. Er is geen echte bekering, geen positief werk van genade in het hart gedaan. Hun verlangen om Gods wil te doen is gebaseerd op hun eigen neiging, niet op de diepe overtuiging van de Heilige Geest.

 

Hun gedrag wordt niet in overeenstemming gebracht met de wet van God. Ze belijden Christus als hun Verlosser te aanvaarden, maar ze geloven niet dat Hij hun macht zal geven om hun zonden te overwinnen. Ze hebben geen persoonlijke kennis met een levende Verlosser, en hun karakters onthullen veel onvolkomenheden." - The Review and Herald, 7 juli 1904. COR 81.1 "Een koude, wettige religie kan nooit zielen tot Christus leiden; want het is een liefdeloze, Christusloze religie." - The Review and Herald, 20 maart 1894. COR 82.1

 

"Het reddende zout is de zuivere eerste liefde, de liefde van Jezus, het goud beproefd in het vuur. Als dit buiten de religieuze ervaring wordt gelaten, is Jezus er niet; het licht, de zonneschijn van Zijn aanwezigheid, is er niet. Wat is de religie dan waard? - Net zoveel als het zout dat zijn smaak heeft verloren. Het is een liefdeloze religie. Dan wordt er een poging gedaan om het gebrek aan te vullen door drukke activiteit, een ijver die Christusloos is "- The Review and Herald, 9 februari 1892. COR 82.2

 

"Het is mogelijk om een formele, gedeeltelijke gelovige te zijn en toch tekort te schieten en het eeuwige leven te verliezen. Het is mogelijk om enkele van de Bijbelse geboden in praktijk te brengen en als een christen te worden beschouwd, en toch om te komen omdat het je aan essentiële kwalificaties die een christelijk karakter vormen." - The Review and Herald, 11 januari 1887. COR 82.4 "De naam onderschrijven bij een kerkbelijdenis is voor niemand van de minste waarde als het hart niet echt veranderd is... Mannen kunnen kerkleden zijn, en kunnen blijkbaar werk ernstig, vervul van jaar tot jaar een reeks taken, en toch onbekeerd zijn." - The Review and Herald, 14 februari 1899. COR 83.1 "Terwijl we gehuld zijn in eigengerechtigheid, en vertrouwen in ceremonies, en afhankelijk zijn van rigide regels, kunnen we het werk voor deze tijd niet doen." - The Review and Herald, 6 mei 1890. COR 84.2 Hoofdstuk 9 -

 

De grote waarheid uit het oog verloren Dat zo'n fundamentele, allesomvattende waarheid als toegerekende gerechtigheid - rechtvaardiging door geloof uit het oog verloren zou moeten worden door velen die belijden godsvrucht te zijn en de laatste boodschap van de Hemel aan een stervende wereld zou worden toevertrouwd, lijkt ongelooflijk; maar dat is, zo wordt ons duidelijk gezegd, een feit. COR 87.1 "De leer van de rechtvaardiging door het geloof is uit het oog verloren door velen die hebben beleden de boodschap van de derde engel te geloven." - The Review and Herald, 13 augustus 1889. COR 87.2 "Er is niet één op de honderd die voor zichzelf de Bijbelse waarheid begrijpt over dit onderwerp [rechtvaardiging door geloof] die zo noodzakelijk is voor ons huidige en eeuwige welzijn." - De Review and Herald, 3 september 1889. COR 87.3

 

"Wat is het dat de ellende vormt, de naaktheid, van degenen die zich rijk voelen en verrijkt met goederen? Het is het gebrek aan de gerechtigheid van Christus. In hun eigen gerechtigheid worden ze voorgesteld als gekleed met vuile lompen, en toch in deze toestand ze vleien zichzelf dat ze bekleed zijn met Christus' gerechtigheid. Zou bedrog groter kunnen zijn?" - The Review and Herald, 7 augustus 1894. COR 90.2 "Dit weet ik, dat onze kerken sterven door gebrek aan onderwijs over het onderwerp van gerechtigheid door geloof in Christus en verwante waarheden." - Evangeliewerkers, 301. COR 93.4

 

"Wij hebben de wet van God overtreden, en door de daden van de wet zal geen vlees worden gerechtvaardigd. De beste inspanningen die de mens in zijn eigen kracht kan leveren, zijn waardeloos om te voldoen aan de heilige en rechtvaardige wet die hij heeft overtreden; maar door geloof in Christus kan hij aanspraak maken op de gerechtigheid van de Zoon van God als alles - voldoende. COR 96.6 "Christus voldeed aan de eisen van de wet in Zijn menselijke natuur. COR 96,7 "Hij droeg de vloek van de wet voor de zondaar, deed verzoening voor hem, opdat iedereen die in Hem gelooft niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft. COR 96.8

 

"Hij die probeert de hemel te bereiken door zijn eigen werken in het houden van de wet, probeert een onmogelijkheid. COR 96.10 "De mens kan niet worden gered zonder gehoorzaamheid, maar zijn werken mogen niet uit hemzelf zijn; Christus zou in hem het willen en het doen naar Zijn welbehagen moeten werken." - The Review and Herald, 1 juli 1890. COR 97.1 "De gerechtigheid waardoor wij gerechtvaardigd worden, wordt toegerekend. De gerechtigheid waardoor wij geheiligd zijn, wordt ons geschonken. De eerste is onze titel naar de hemel; de tweede is onze geschiktheid voor de hemel." - The Review and Herald, 4 juni 1895. COR 98.5"

 

"Hoge pretenties, vormen en ceremonies, hoe indrukwekkend ook, maken het hart niet goed en het karakter zuiver. Ware liefde voor God is een actief principe, een zuiverende werking... Het Joodse volk had de hoogste positie ingenomen; ze hadden bouwde grote en hoge muren om zich af te sluiten van de omgang met de heidense wereld; ze hadden zichzelf voorgesteld als de speciale, loyale mensen die door God werden begunstigd. Maar Christus presenteerde hun religie als verstoken van reddend geloof." - The Review and Herald, 30 april 1895. COR 82,3

 

"De naam onderschrijven bij een kerkbelijdenis is voor niemand van de minste waarde als het hart niet echt veranderd is... Mannen kunnen kerkleden zijn, en kunnen schijnbaar serieus werken, waarbij ze van jaar tot jaar een reeks taken uitvoeren, en toch onbekeerd zijn." - The Review and Herald, 14 februari 1899. COR 83.1 "Allen die de versieringen van het heiligdom aannemen, maar niet bekleed zijn met Christus' gerechtigheid, zullen verschijnen in de schaamte van hun eigen naaktheid." - Getuigenissen voor de Kerk 5:81. COR 83.5

 

"De vijf dwaze maagden hadden lampen (dit betekent kennis van de waarheid van de Schrift), maar ze hadden niet de genade van Christus. Dag na dag doorliepen ze een reeks ceremonies en uiterlijke plichten, maar hun dienst was levenloos, verstoken van de gerechtigheid van Christus. De zon der gerechtigheid scheen niet in hun hart en geest, en zij hadden niet de liefde voor de waarheid die overeenkomt met het leven en karakter, het beeld en het opschrift van Christus. De olie van genade was niet vermengd met hun inspanningen. Hun religie was een droge schil zonder de ware kern. Ze hielden vast aan vormen van doctrines, maar ze werden misleid in hun christelijke leven, vol van eigengerechtigheid, en faalden om lessen te leren in de school van Christus, die, indien beoefend, zou hen wijs hebben gemaakt tot zaligheid." - The Review and Herald, 27 maart 1894. COR 84.1

 

“Wanneer vasten en gebeden worden beoefend in een zelfrechtvaardigende geest, zijn ze verfoeilijk voor God. degene die deze dingen doet, beschouwt zichzelf als rechtvaardig. Deze dingen vestigen de aandacht op de waarnemer van strenge plichten, zeggende: Deze man heeft recht op de hemel. Maar het is allemaal bedrog. Werken zullen voor ons geen toegang tot de hemel kopen... Geloof in Christus zal het middel zijn waardoor de juiste geest en motief de gelovige zal aandrijven, en alle goedheid en hemelse gezindheid zal voortkomen uit hem die opziet naar Jezus, de auteur en voltooier van zijn geloof." - The Review and Herald, 20 maart 1894. COR 85.2

 

"Er zijn velen die zich lijken voor te stellen dat vieringen van buitenaf voldoende zijn voor redding; maar formalisme, strikte deelname aan religieuze oefeningen, zal er niet in slagen om de vrede van God te brengen die ons begrip te boven gaat. Alleen Jezus kan ons vrede geven." - The Review and Herald, 18 november 1890. COR 85.3 "Degenen die geen dagelijkse ervaring hebben met de dingen van God, zullen niet verstandig handelen. Ze kunnen een wettelijke religie hebben, een vorm van godsvrucht, er kan een schijn van licht zijn in de kerk; alle machinerie - veel ervan door menselijke uitvindingen - lijkt misschien goed te werken, en toch kan de kerk net zo verstoken zijn van de genade van God als de heuvels van Gilboa van dauw en regen." - The Review and Herald, 31 januari 1893. COR 86.1

 

"De leer van rechtvaardiging door geloof is uit het oog verloren door velen die hebben beleden de boodschap van de derde engel te geloven." - The Review and Herald, 13 augustus 1889. COR 87.2 "De laatste twintig jaar heeft een subtiele, ongewijde invloed mannen ertoe gebracht naar mannen te kijken, zich met mannen te verbinden, hun hemelse Metgezel te verwaarlozen. Velen hebben zich afgekeerd van Christus, ze hebben gefaald om de Ene te waarderen die verklaart: 'Zie, ik ben altijd bij u, zelfs tot het einde van de wereld.' Laten we alles doen wat in onze macht ligt om het verleden te verlossen." - The Review and Herald, 18 februari 1904. The Review and Herald, 18 februari 1904. COR 87.4

 

“Tenzij goddelijke kracht in de ervaring van het volk van God wordt gebracht, zullen valse theorieën en verkeerde ideeën de geesten gevangen nemen, zullen Christus en Zijn gerechtigheid uit de ervaring van velen worden weggelaten, en hun geloof zal zonder kracht of leven zijn. zullen geen dagelijkse levende ervaring hebben van de liefde van God in het hart; en als ze zich niet ijverig bekeren, zullen ze behoren tot degenen die worden vertegenwoordigd door de Laodiceërs, die uit de mond van God zullen worden gespuwd." - The Review and Herald, 3 september 1889. COR 89.1

 

"Wat is het dat de ellende vormt, de naaktheid, van degenen die zich rijk voelen en verrijkt met goederen? Het is het gebrek aan de gerechtigheid van Christus. In hun eigen gerechtigheid worden ze voorgesteld als gekleed met vuile lompen, en toch in deze toestand ze vleien zichzelf dat ze bekleed zijn met Christus' gerechtigheid. Zou bedrog groter kunnen zijn?" - The Review and Herald,: 7 augustus 1894. COR 90.2 "Het grote middelpunt van aantrekking, Jezus Christus, mag niet worden weggelaten uit de boodschap van de derde engel. Door velen die zich voor deze tijd met het werk hebben beziggehouden, heeft Christus is secundair gemaakt, en theorieën en argumenten hebben de eerste plaats gehad." - The Review and Herald, 20 maart 1894. COR 93.1

 

"Hij die probeert de hemel te bereiken door zijn eigen werken in het houden van de wet, probeert een onmogelijkheid. COR 96.10 "Alleen zij die gekleed zijn in de klederen van Zijn gerechtigheid zullen in staat zijn om de heerlijkheid van Zijn aanwezigheid te verdragen wanneer Hij zal verschijnen met 'macht en grote heerlijkheid'"? - The Review and Herald, 9 juli 1908. COR 102.4 "Op de dag van de kroning van Christus zal Hij niemand die een vlek of rimpel of iets dergelijks draagt, als Zijn erkennen. Maar aan Zijn getrouwen zal Hij kronen van onsterfelijke heerlijkheid geven. Degenen die niet zouden willen dat Hij over hen zou heersen, zullen Hem omringd zien door het leger van de verlosten, van wie elk het teken draagt: 'De heer onze gerechtigheid.'" - The Review and Herald, 24 november 1904. COR 103.1

 

"Wat is rechtvaardiging door geloof? Het is het werk van God om de glorie van de mens in het stof te leggen en voor de mens te doen wat niet in zijn macht ligt om voor zichzelf te doen. Wanneer mensen hun eigen nietigheid zien, zijn ze voorbereid om bekleed te worden met de gerechtigheid van Christus." - Serie A, nr. 9, p. 62. COR 104,2

 

"Velen raken de juiste weg kwijt, omdat ze denken dat ze naar de hemel moeten klimmen, dat ze iets moeten doen om de gunst van God te verdienen. Ze proberen zichzelf beter te maken door hun eigen inspanningen zonder hulp. Dit kunnen ze nooit bereiken. Christus heeft de weg gebaand door ons offer te sterven, door ons voorbeeld te leven, door onze grote hogepriester te worden. Hij verklaart: 'Ik ben de weg, de waarheid en het leven.' Als we door onze eigen inspanningen een stap op de ladder zouden kunnen zetten, zouden de woorden van Christus niet waar zijn." - The Review and Herald, 4 november 1890. COR 105.3

 

"Er zijn velen die het gevoel lijken te hebben dat ze zelf een groot werk te doen hebben voordat ze tot Christus kunnen komen voor Zijn redding. Ze lijken te denken dat Jezus op het allerlaatste moment binnen zal komen en hun hulp zal geven door de laatste hand aan hun levenswerk. Het lijkt moeilijk voor hen om te begrijpen dat Christus een volledige Verlosser is, en in staat om alles wat door Hem tot God komt tot het uiterste te redden. Ze verliezen het feit uit het oog dat Christus Zelf 'de weg, de waarheid en het leven.'" - The Review and Herald, 5 maart 1889. COR 105.4

 

"Zonder de genade van Christus verkeert de zondaar in een hopeloze toestand; er kan niets voor hem worden gedaan; maar door goddelijke genade wordt de mens bovennatuurlijke kracht verleend, die werkt in geest, hart en karakter. Het is door de schenking van de genade van Christus dat de zonde wordt onderscheiden in zijn hatelijk karakter en uiteindelijk uit de zielentempel wordt verdreven. Het is door genade dat we in gemeenschap met Christus worden gebracht, om met Hem verbonden te zijn in het werk van redding." - The Review and Herald, 4 november 1890. COR 106.3

 

"Jezus gaat van deur tot deur, staat voor elke ziel - tempel, verkondigend: 'Ik sta aan de deur en klop.' Als een hemelse Koopman opent Hij Zijn schatten en roept: 'Koop van Mij goud, beproefd in het vuur, opdat u rijk wordt; en witte klederen, zodat u gekleed zult zijn en de schaamte van uw naaktheid niet zichtbaar wordt. ' Het goud dat Hij aanbiedt is ongelegeerd, kostbaarder dan dat van Ofir, want het is geloof en liefde.

 

Het witte kleed dat Hij de ziel uitnodigt om te dragen, is Zijn eigen kleed van gerechtigheid; en de olie voor de zalving is de olie van Zijn genade, die de ziel geestelijk gezichtsvermogen zal geven in blindheid en duisternis, zodat hij onderscheid kan maken tussen de werkingen van de Geest van God en de geest van de vijand. Open je deuren, zegt de grote Koopman, de bezitter van spirituele rijkdommen, en handel je zaken met Mij af. Ik ben het, uw Verlosser, die u adviseert om van Mij te kopen." - The Review and Herald, 7 augustus 1894. COR 113.3

 

"Allen die een besef hebben van hun diepe ziele-armoede, die voelen dat ze niets goeds in zichzelf hebben, kunnen gerechtigheid en kracht vinden door op Jezus te zien.... Hij verzoekt u uw armoede in te ruilen voor de rijkdom van Zijn genade... Wat uw ervaring in het verleden ook is geweest, hoe ontmoedigend uw huidige omstandigheden ook zijn, als u tot Jezus komt zoals u bent, zwak, hulpeloos en wanhopig, dan zal onze barmhartige Verlosser u een heel eind tegemoet komen en Zijn Zijn armen van liefde en Zijn kleed van gerechtigheid." - Gedachten van de berg der zegeningen, 21. COR 115.1 "De wet eist gerechtigheid, en dit is de zondaar aan de wet verschuldigd, maar hij is niet in staat haar te geven." - The Review and Herald, 4 november 1890. COR 116.2

 

De mens kan onmogelijk in menselijke kracht alleen aan de eisen van de wet van God voldoen. Zijn offeranden, zijn werken, zullen allemaal bezoedeld zijn met zonde. De Heiland heeft een geneesmiddel verschaft, die de mens de deugd van Zijn verdienste kan geven en hem tot medewerker kan maken in het grote heilswerk. Christus is gerechtigheid, heiliging en verlossing voor degenen die in Hem geloven en in Zijn voetstappen volgen." - The Review and Herald, 4 februari 1890. COR 116.4

 

"De enige manier waarop hij [de zondaar] gerechtigheid kan verkrijgen, is door geloof. Door geloof kan hij de verdiensten van Christus tot God brengen, en de Heer stelt de gehoorzaamheid van Zijn Zoon ten laste van de zondaar. De gerechtigheid van Christus wordt aanvaard in plaats van het falen van de mens, en God ontvangt, vergeeft, rechtvaardigt de berouwvolle, gelovige ziel, behandelt hem alsof hij rechtvaardig was, en heeft hem lief zoals Hij Zijn Zoon liefheeft.

 

Zo wordt geloof gerekend tot gerechtigheid; en de vergeven ziel gaat van genade naar genade, van licht naar groter licht. Hij kan met vreugde zeggen: 'Niet door werken van gerechtigheid die wij hebben gedaan, maar volgens Zijn genade heeft Hij ons gered, door de wassing van de wedergeboorte en de vernieuwing van de Heilige Geest; die Hij overvloedig op ons stortte door Jezus Christus, onze Verlosser, opdat wij, gerechtvaardigd door Zijn genade, tot erfgenamen gemaakt zouden worden volgens de hoop op het eeuwige leven.'" - The Review and Herald, 4 november 1890. COR 117.1 "Christus gaf Zijn leven als een offer, niet om Gods wet te vernietigen, niet om een lagere standaard te creëren, maar om gerechtigheid te handhaven, en om de mens een tweede proeftijd te geven. Niemand kan Gods geboden houden behalve in de macht van Christus. Hij droeg in Zijn lichaam de zonden van de hele mensheid, en Hij rekent Zijn gerechtigheid aan elk gelovig kind toe." - The Review and Herald, 7 mei 1901. COR 117.2

 

"De wet heeft geen macht om de overtreder te vergeven, maar ze wijst hem op Christus Jezus, die tegen hem zegt: Ik zal je zonde op je nemen en ze Zelf dragen, als je Mij wilt accepteren als onze plaatsvervanger en borg. Keer terug naar je trouw, en Ik zal u Mijn gerechtigheid toerekenen." - The Review and Herald, 7 mei 1901. COR 117.3 "Veel preken over de aanspraken van de wet zijn zonder Christus geweest, en dit gebrek heeft de waarheid inefficiënt gemaakt bij het bekeren van zielen." - The Review and Herald, 3 februari 1891. COR 118.2

 

Er zijn vele, vele belijdende christenen die onbezorgd wachten op de komst van de Heer. Zij hebben het kleed van Zijn gerechtigheid niet aan. Ze kunnen belijden kinderen van God te zijn, maar ze zijn niet gereinigd van zonde. Ze zijn egoïstisch en zelfvoorzienend. Hun ervaring is Christusloos. Ze hebben God niet het allerhoogste lief, noch hun naaste als zichzelf. Ze hebben geen echt idee van wat heiligheid is. Ze zien de gebreken niet in zichzelf. Zo verblind zijn ze, dat ze de subtiele werking van trots en ongerechtigheid niet kunnen ontdekken. Ze zijn gekleed in de vodden van eigengerechtigheid, en getroffen door geestelijke blindheid. Satan heeft zijn schaduw geworpen tussen hen en Christus, en zij hebben geen behoefte om het zuivere, heilige karakter van de Verlosser te bestuderen." - The Review and Herald, 26 februari 1901. COR 118.6

 

Qu'il soit bien clair et manifeste, qu'il est impossible à la créature, par le moyen de ses propres mérites, de faire quoi que ce soit, dans le but d'améliorer sa position devant Dieu ou le don de Dieu pour nous . Een van de oevres en de oeuvres pouvaient acheter le don du salut, alors le Créateur serait l'obligé de la créature. Sur ce point, l'erreur aurait l'opportunité d'être acceptée comme vérité. Dit is een goed voorbeeld van een salut die een goede daad stelt, alors ilest dans la même position que le catholique qui accomplit une pénitence pour ses péchés. Dans ce cas, le salut est, d'une suree façon, une verplichting qui peut se gagner comme un salaire

 

La foi qui oeuvre ch1 Quand les hommes comprennent qu'ils ne peuvent gagner la rechtvaardiging door les mérites de leurs propres oeuvres et qu'avec une confiance ferme et complète ils considerent à Christ comme leur leur espérance, il trop n'y trop n'y "moi" et trop peu de Jésus dans leur vie. Les âmes et les corps sont corrompus et contaminés door le péché, le coeur est éloigné de Dieu; cependant, beaucoup luttent avec leurs faibles forces pour gagner le salut par le moyen des bonnes oeuvres. Ils pensent que Jésus oeuvrera en partie pour leur salut mais qu'eux doivent faire le reste. Dit is een bewijs van de voir de gerechtigheid van Christus die een unieke ervaring is voor de temps et l'éternité.

 

La foi qui oeuvre ch1 Redding is alleen door geloof in Jezus Christus. FW 18.3 Velen worden ertoe gebracht te denken dat ze op de weg naar de hemel zijn omdat ze belijden in Christus te geloven, terwijl ze de wet van God verwerpen. Maar ze zullen eindelijk ontdekken dat ze op weg waren naar het verderf in plaats van naar de hemel. Geestelijk gif is bedekt met de leer van heiliging en wordt aan de mensen toegediend. Duizenden slikken het gretig in, met het gevoel dat ze veilig zullen zijn als ze maar eerlijk zijn in hun geloof. Maar oprechtheid zal dwaling niet in waarheid veranderen. Een man kan vergif inslikken, denkend dat het voedsel is; maar zijn oprechtheid zal hem niet redden van de gevolgen van de dosis. FW 32.3 We kijken naar onszelf, alsof we de macht hebben om onszelf te redden; maar Jezus stierf voor ons omdat we hulpeloos zijn om dit te doen.

 

In Hem is onze hoop, onze rechtvaardiging, onze gerechtigheid. We moeten niet wanhopen en niet vrezen dat we geen Redder hebben of dat Hij geen gedachten van barmhartigheid jegens ons heeft. Op dit moment zet Hij Zijn werk voor ons voort en nodigt Hij ons uit om in onze hulpeloosheid tot Hem te komen en gered te worden. We onteren Hem door ons ongeloof.

 

Het is verbazingwekkend hoe we onze allerbeste Vriend behandelen, hoe weinig vertrouwen we hebben in Hem die tot het uiterste kan redden en die ons alle bewijzen van Zijn grote liefde heeft gegeven. FW 36.2 Mijn broeders, verwacht u dat uw verdienste u in de gunst van God zal aanbevelen, denkend dat u vrij moet zijn van zonde voordat u op Zijn macht om te redden vertrouwt? Als dit de strijd is die in je geest gaande is, vrees ik dat je geen kracht zult krijgen en uiteindelijk ontmoedigd zult raken. FW 36.3 . Je ziet misschien dat je zondig en ongedaan gemaakt bent, maar juist daarom heb je een Verlosser nodig. Als je zonden te bekennen hebt, verlies dan geen tijd. Deze momenten zijn goud waard.

 

"Indien wij onze zonden belijden, is Hij getrouw en rechtvaardig om ons onze zonden te vergeven en ons te reinigen van alle ongerechtigheid" (1 Johannes 1:9). Zij die hongeren en dorsten naar gerechtigheid zullen verzadigd worden, want Jezus heeft het beloofd. Kostbare Verlosser! Zijn armen zijn open om ons te ontvangen, en Zijn grote hart van liefde wacht om ons te zegenen. FW 37.3 Sommigen lijken te voelen dat ze een proeftijd moeten hebben en aan de Heer moeten bewijzen dat ze hervormd zijn, voordat ze aanspraak kunnen maken op Zijn zegen. Maar deze dierbare zielen kunnen zelfs nu aanspraak maken op de zegen. Ze moeten Zijn genade hebben, de Geest van Christus, om hun zwakheden te helpen, anders kunnen ze geen christelijk karakter vormen. Jezus wil graag dat we tot Hem komen, net zoals we zijn - zondig, hulpeloos, afhankelijk. FW 38.1

 

We kunnen niets, absoluut niets, doen om onszelf aan goddelijke gunst aan te bevelen. We moeten helemaal niet op onszelf of op onze goede werken vertrouwen; maar wanneer wij als dwalende, zondige wezens tot Christus komen, mogen wij rust vinden in Zijn liefde. God zal iedereen aanvaarden die tot Hem komt, volledig vertrouwend op de verdiensten van een gekruisigde Verlosser. Liefde ontspringt in het hart. Er is misschien geen extase van gevoel, maar er is een blijvend, vredig vertrouwen. Elke last is licht; want het juk dat Christus oplegt is gemakkelijk. Plicht wordt een genot en opoffering een plezier. Het pad dat voorheen in duisternis gehuld leek, wordt helder met stralen van de Zon der Gerechtigheid. Dit is wandelen in het licht zoals Christus in het licht is. FW 38.4

 

Bij deze bijeenkomst waren een aantal personen aanwezig die vasthielden aan de populaire theorie van heiliging, en toen de aanspraken van Gods wet werden gepresenteerd en het ware karakter van deze dwaling werd getoond, was één man zo beledigd dat hij abrupt opstond en de kerk verliet. ontmoetingshal. Later hoorde ik dat hij uit Stockholm was gekomen om de vergadering bij te wonen. In gesprek met een van onze predikanten beweerde hij zondeloos te zijn en zei dat hij de Bijbel niet nodig had, want de Heer vertelde hem direct wat hij moest doen; hij stond ver buiten de bijbelse leerstellingen. Wat kan er worden verwacht van degenen die hun eigen fantasie volgen in plaats van Gods Woord, maar dat ze misleid zullen worden? Ze werpen de enige detector van dwaling weg, en wat weerhoudt de grote bedrieger ervan hen naar zijn wil gevangen te nemen? FW 53.2 

bottom of page